De installatieprocedure omvat installatie, inbedrijfstelling, bedieningsrichtlijnen en onderhoud.
- De installatie van apparatuur moet over het algemeen de juiste locatie of werkplaats kiezen op basis van de grootte en vorm van de apparatuur, en de verbindingsmodus van infrastructuur zoals stroom en water bepalen.
- U moet de inbedrijfstelling uitvoeren volgens de apparaatspecificaties. Over het algemeen moet u de inbedrijfstelling uitvoeren volgens prestatie-eisen zoals duurzaamheid, drukbestendigheid, waterbestendigheid en hoge temperatuurbestendigheid om de normale werking van het apparaat te garanderen.
- Bedieningsbegeleiding en onderhoud vereisen training van de operator om ervoor te zorgen dat de operator de apparatuur vakkundig kan gebruiken, en regelmatig onderhoud van de apparatuur om defecten aan de apparatuur te voorkomen.
